Smerige staalgigant verenigt Bosniërs

Sorry, this entry is only available in Nederlands. For the sake of viewer convenience, the content is shown below in the alternative language. You may click the link to switch the active language.

(From “Milieudefensie magazine”, use google translate)

Staalgigant Arcelor Mittal vormt een gevaar voor het milieu en de mensen in Bosnië, daarom organiseert de bevolking in beide helften van Bosnië-Hercegovina een slagvaardige milieubeweging.

“Ons voornaamste probleem op dit moment is een gebrek aan bewustzijn. Het duurt een tijdje voor mensen hier in actie komen. Vroeger, toen het hier nog Joegoslavië heette,
hoefde je niet te proberen om over het milieu te beginnen. De economische groei was heilig en vrijheid van meningsuiting was er niet. Maar nu zitten we in Bosnië Hercegovina en hebben we een democratisch systeem. Dus nu kunnen we voor onze rechten opkomen.”

Aan het woord is Tarik Mujacic, milieuactivist in Zenica. Zenica ligt in het gedeelte van Bosnië dat de Moslim-Kroatische Federatie heet.

In deze stad met honderdtwintigduizend inwoners staat een hoogoven van Arcelor Mittal, de internationale staalgigant. De fabriek stoot grote gele wolken uit, die als smog in het dal blijven hangen. Grote delen van de bevolking kampen met ademhalingsproblemen en zeldzame vormen van kanker die voortdurend de kop opsteken: iedereen weet dat er iets niet in de haak is. “Maar deze mensen bezitten niks,” zegt Mujacic. “Ze leven van de ene op de andere dag, denken aan overmorgen is een luxe. Nu de situatie alsmaar slechter wordt zie je wel dat steeds minder mensen het nog pikken.” Tegelijk speelt dezelfde staalgigant een controversiële rol bij ertswinning uit staalmijnen in Omarska, een stad in het andere deel van Bosnië, de Servische Republiek. De strijd tegen Arcelor Mittal illustreert de opkomst van een moderne Bosnische milieubeweging, die over grenzen heen kijkt.

Internetridders
In 2004 kocht Arcelor Mittal de oude staalfabriek in Zenica op. De oorlog in Bosnië was toen al tien jaar voorbij, maar van een serieuze wederopbouw was nog altijd geen sprake. Veel Zenicanen zagen de investeringen van Arcelor Mittal als een teken van hoop. Eindelijk zouden er weer banen komen. Voor
de oorlog zorgde de staalfabriek voor 20 duizend banen, die tijd zou weer kunnen terugkeren. Dat gebeurde niet, de fabriek draait nu op volle capaciteit met 3850 werknemers. De economische situatie in Zenica is weliswaar verbeterd, maar nog altijd slecht. De werknemers zijn sind 2007 bovendien twee keer in staking gegaan vanwege de lage lonen en ongezonde werkomstandigheden. Sinds 2005 zijn er drie werknemers omgekomen in bedrijfsongevallen. Nog dagelijks worden werknemers ziek door de slechte hygiëne. Arcelor Mittal stelt echter zich in te zetten voor de gezondheid en veiligheid van werknemers, door zowel werknemers als onderaannemers trainingen te geven en met de vakbond samen te werken. Afhankelijk van wie je geloo:, is intimidatie van werknemers aan de orde van de dag. De hoop dat Arcelor Mittal de stad uit het moeras zal trekken neemt met de dag af, terwijl de frustratie groeit. “In 2005 kwam ik met een stel andere bezorgde Zenicanen in contact via webfora.” zegt Tarik Mujacic “We zijn toen begonnen met een campagne om dit op de agenda te zetten. We brachten kunstenaars, werknemers, wetenschappers, buurtbewoners, politici en medici bij elkaar om hun visie op de toestand te geven. Daaruit is het Zenica EcoForum (EF-Zenica) ontstaan.” EF-Zenica opereert tegenwoordig als kenniscentrum en lobbygroep die de milieusituatie in Zenica probeert te verbeteren. De Zenicaanse milieubeweging is nog altijd flink doordrongen van die open internetcultuur. Via de website Mittalzlo. com (het kwaad van Mittal) kunnen bezorgde burgers hun vragen en antwoorden over de fabriek kwijt. Die site loopt als een trein. Het is een organisatiekern, perscentrum en discussieplatform in één.

Zwaveldioxide
Mittalzlo.com loopt langzaam vol met de meest gruwelijke verhalen. Er is een clubje dat concentraties fijnstof en zwaveldioxide in de lucht bijhoudt en hee: ontdekt dat de concentraties zwaveldioxide 35 dagen per jaar boven de 240 microgram per kubieke meter zit. Volgens de wet mag dat hooguit drie keer per jaar voorkomen. Ter vergelijking: in Nederland ligt de norm op 40 microgram per kubieke meter en de Wereld-gezondheidsorganisatie adviseert een norm van 20 microgram.

De burgemeester van Zenica erkent het probleem, maar ontkent dat Arcelor Mittal er bij betrokken is, ook al is het de enige fabriek in de stad die zwaveldioxide uitstoot. Arcelor Mittal erkent wel dat ze fout zit, maar benadrukt dat ze er alles aan doet om de situatie te verbeteren. “We mogen overigens 7 dagen per week boven de norm zitten” zegt Jean Lasar van Arcelor Mittal. “We zaten in 2008 op gemiddeld 100 microgram zwaveldioxide per kubieke meter, de wettelijke norm voor het hele jaar is 90. De reden dat we zo hoog zitten is dat we in de eerste twee maanden alleen op kolen hebben gestookt. Inmiddels hebben we de fabriek gemoderniseerd en stoken we meer op gas. In 2009 zal onze uitstoot stukken lager zijn.”

Wat stofuitstoot betreft blijft de fabriek gemiddeld gezien onder wettelijke Bosnische norm. Volgens Lasar is Arcelor Mittal bezig om de fabriek voor 2012 aan te passen aan de standaarden van de Europese Unie, die veel strenger zijn dan de Bosnische. Met de gele rook die vrijkomt bij het produceren van cokes zal het dan ook gedaan zijn.

Vergunningen
Een andere plaatselijke activist ontdekte dat Arcelor Mittal net buiten het fabrieksterrein een illegale opslagplaats heefz ingericht voor radioactief materiaal. De activist kon zo naar binnen lopen en foto’s maken. Die foto’s circuleren door heel Bosnië en doen de naam van Mittal weinig goeds.

Onterecht, vindt Jean Lasar van Arcelor Mittal. “Wij hebben dat spul gevonden toen we de fabriek kochten. Het zijn radioactieve isotopen die in de jaren 90 gebruikt werden en al sinds die tijd op het terrein liggen opgeslagen. Het Agentschap voor Radioactiviteit en Nucleaire Veiligheid in Sarajevo heeft ons gezegd dat het geen gevaar meer opleverde zo lang we het zouden laten liggen.” Omdat de mensen van Arcelor Mittal er zelf toch ook graag van af willen zijn ze nu in onderhandeling met een Duitse firma om de boel te laten opruimen.

Er zijn weinig officiële gegevens over de vervuiling in Zenica. Omdat het hier gaat over een doorstart van een bedrijf van voor de oorlog in de jaren ’90 beweert Arcelor Mittal geen Milieu Effect Rapportage (MER) nodig te hebben om een vervuilingsvergunning te krijgen. Wel verplicht is, een Milieu Actieplan (MAP). Dat geeft aan hoe ze de huidige vervuiling gaat terugbrengen naar wettelijke normen. Het concept-MAP is inmiddels klaar sinds 2007, maar nog altijd niet goedgekeurd door het Ministerie. EF-Zenica vermoedt dat dat is omdat er niks van klopt, al blijft het volledige document geheim. De termijn voor de goedkeuring is inmiddels eigenlijk verstreken. Afgelopen februari zijn toch de plannen aangepast voor staalfabrieken en gaf de regering eindelijk een fiat. Het Ministerie wil in 2010 met een vergunning komen. Voorlopig draait de fabriek dus eventjes zonder. De regering doet niet moeilijk. Arcelor Mittal benadrukt dat ze ook het liefst wil werken in een wettige situatie, maar dat de regering dan wel een beetje moet opschieten met die vergunning.

Omarska
De erts die in Zenica tot staal wordt verwerkt komt uit het andere gedeelte van Bosnië, de Servische Republiek, meer specifiek het stadje Omarska, 17 duizend inwoners, in de gemeente Prijedor. Arcelor Mittal kocht hier in 2004 een meerderheidsbelang in twee lokale staatsmijnen. Samen met het geprivatiseerde staatsbedrijf heet de exploitatiemaatschappij Arcelor Mittal Prijedor. Ook hier waren in 2004 de verwachtingen voor de economie groot. Voor de oorlog hielden de mijnen zevenduizend arbeiders aan het werk. Nu, in 2009, leveren de mijnen een recordhoeveelheid van 1,5 miljoen ton erts per jaar, maar met slechts 733 werknemers. In 2007 maakten de mijnen 60 miljoen euro winst, maar de stad heeft nog altijd geen werkende riolering of straatverlichting. Hoewel Arcelor Mittal zegt te investeren in infrastructuur en publieke werken doet ze dit alleen in het nabijgelegen stadje Prijedor en volgens critici slechts mondjesmaats. De inwoners van Omarska halen hun drinkwater nog uit waterputten.

Voor de mijn en op het station van Omarska liggen grote bergen geconcentreerde erts onbedekt in de buitenlucht. Als het regent spoelen de zware metalen zo het grondwater in. Als het niet regent waait het ertsstof in grote wolken door het stadje, rechtstreeks in de longen van de plaatselijke bevolking.

Nog zorgelijker is de situatie rond het kunstmatige meer dat bij de oude mijnen ligt. Bij het winnen van erts wordt de grond gespoeld met water, de modder die overblijft komt in het meer terecht. De 34 meter hoge dam die het meer op zijn plaats houdt is gemaakt van aarde en stenen, niet van beton. Omdat de mijn nu op recordcapaciteit draait is de spanning op de dam nog nooit zo hoog geweest. Als de dam het begeeft krijgen de Omarskanen een tsunami van 7,7 miljoen kubieke meter water met verontreinigde modder over zich heen. Volgens de regering van de Servische Republiek moet Arcelor Mittal een beveiligingssysteem invoeren zodat de bevolking op tijd kan worden geëvacueerd. Arcelor Mittal stelt dat ze twee keer per week de dam inspecteren. Dat is voldoende om de veiligheid van Omarska te garanderen. De vervuiling van het grond- en oppervlaktewater valt volgens het bedrijf binnen de wettelijke normen.

Nieuwe mijn
En nu heeft Arcelor Mittal plannen om een derde mijn te openen in Omarska. De winsten uit de oude mijnen gebruikt Arcelor Mittal volgens eigen zeggen volledig voor de aanleg van de nieuwe mijn, die nodig is om de mijnbouw daar winstgevend te kunnen voortzetten. De mijn komt in de bebouwde kom, net naast het station. Daar staan alleen wel huizen waar mensen in wonen. Gelukkig voor Arcelor Mittal heeft de gemeente de helft van Omarska en omgeving tot “exploitatiegebied” verklaart. Arcelor Mittal kan de bewoners voor een paar duizend euro uitkopen, maar ook gewoon alvast beginnen met graven in de hoop dat de bevolking vanzelf vertrekt. Dan komt zo’n dam van Damokles ook wel van pas. Volgens Jean Lasar van Arcelor Mittal is het een politieke keuze van de gemeente geweest om het exploitatiegebied aan te wijzen. Arcelor Mittal heeft met 90 procent van de bewoners van het exploitatiegebied een “herhuisvestingsovereenkomst” getroffen. De onderhandelingspositie van die bewoners is natuurlijk wel weinig florissant als de politiek al besloten heeft dat er een mijn gaat komen.

Gezondheid
Inmiddels begint ook de bevolking in Omarska zich te roeren. “De mensen hier zijn niet gewend om grote problemen aan te pakken, maar nu de helft van ons stadje dreigt te verdwijnen ontstaat er bereidheid om in actie te komen.” zegt Bojan Nišević. Hij richtte met een groep vrienden Eko Pokret Omarska op, Ecobeweging Omarska. “Al die zware metalen in het grondwater draaien de landbouw, waar de Omarskanen van leven, de nek om. Ze kunnen ook niet meer investeren in hun land, want Arcelor Mittal kan ieder moment met een bulldozer langskomen. De grond wordt hier letterlijk onder onze voeten weggegraven.” Met een nieuwe mijn in aanbouw dreigt de dam bovendien extra te worden belast. Daarom wil Eko Pokret Omarska dat er eindelijk een betonnen dam komt.

“We hebben het recht om veilig te zijn in ons eigen huis. Arcelor Mittal heeft de plicht om te zorgen dat hun dam niet elk moment in elkaar kan klappen.”

Ook zonder de dam dreigt er gevaar. Na een tip van de plaatselijke ambulancier heeft Eko Pokret wat gezondheidsdata opgevraagd bij de gemeente. Van de 13.025 mensen in de regio van Omarska met een huisarts, zijn er in totaal 11.841 mensen in slechte gezondheid: 3652 hebben ademhalingsproblemen, 2569 hart- en vaatziekten en 1258 nieraandoeningen. Dan klinkt “herhuisvesting” zo slecht nog niet. Volgens het Ministerie van Toerisme en Milieu in de Servische Republiek moet Arcelor Mittal daarom nu een wal plaatsen tussen de nieuwe mijn en het dorp, maar aangezien de mijn in het dorp ligt is dat fysiek onmogelijk.

“Tegen dat soort dingen lopen we de hele tijd aan”, zegt Bojan Nišević, “Arcelor Mittal heeft bijvoorbeeld de rivier de Gomionica, die door Omarska stroomt, verlegt. De vergunningen daarvoor zijn verlengingen van vergunningen uit de jaren ’80. Maar toen bestond ons land niet eens! En ook de MER van de mijnen is niet betrouwbaar. Die is uitgevoerd door een bedrijf dat voor 71procent eigendom is van het geprivatiseerde staatsmijnbouwbedrijf. Zij voeren nu ook de MER uit voor de nieuwe mijn. Juridisch rammelt het aan alle kanten, maar de politiek doet er niets aan.”

Actie
De eerste actie van Eko Pokret staat inmiddels gepland voor aankomende lente. De verlegde rivier de Gomionica dendert tegenwoordig in een noodgang van de berg af en sleept grote hoeveelheden land met zich mee. Om te voorkomen dat straks de halve berg is weggespoeld, wil Eko Pokret nu bomen langs de nieuwe oever gaan planten. Omdat deze actie slechte publiciteit voor Arcelor Mittal zou kunnen opleveren, heeft het bedrijf aangekondigd om de activisten de toegang tot de rivieroevers te ontzeggen. “In de Bosnische wet staat dat rivieroevers per definitie publiek toegankelijk moeten zijn, dus Arcelor Mittal heeft geen enkele juridische basis om ons hier vanaf te houden, aldus Nišević.”

De organisaties in Omarska en Zenica werken sinds kort samen. De problemen lijken erg op elkaar en hangen ook met elkaar samen. Als in Zenica radioactief materiaal opduikt, gaan mensen in Omarska kijken waar het vandaan komt. In Omarska probeert Eko Pokret nu het voorbeeld van Zenica te volgen en de kwaliteit van lucht en water te meten. Samen proberen ze via Bankwatch investeerders op de hoogte te brengen van het mismanagement door Arcelor Mittal. Woordvoerder Lasar laat desgevraagd weten dat Arcelor Mittal “geheel volgens onze richtlijnen aandacht heeft voor de zorgen, en de betrokkenheid van lokale groepen en burgers verwelkomt.”

“Natuurlijk zijn de wonden van de oorlog nog altijd niet helemaal geheeld, maar op een bepaald moment moet de nieuwe generatie daar toch overheen kunnen stappen,” zegt Tarik Mujacic uit Zenica. In Omarska denkt Bojan Nišević er hetzelfde over. “Etniciteit is voor ons geen probleem. We zijn allemaal mensen, we eten het zelfde voedsel, drinken hetzelfde water en ademen dezelfde lucht in. Allemaal met dezelfde metaalverontreiniging.”
Source: Milieudefensie magazine, April 2009

Atbildēt

Jūsu e-pasta adrese netiks publicēta. Obligātie lauki ir atzīmēti kā *